21 juni, de eerste vis
We varen vanaf Risør even op de motor naar de buitenkant van de eilandjes.
Op ongeveer 32 meter diepte had Ronald al snel een kabeljauwtje aan de haak, eindelijk een eigen gevangen avondmaal.
Echt ankeren gaat niet in een fjord, de bodem loopt te steil naar onpeilbare diepte.
We vonden een plekje waar het anker op 10 meter diepte ligt en maakten daarna een lijn naar de wal, zodat het anker niet meteen weer los gaat.
22 juni, harde wind
Het leek heel rustig in de fjord en we voeren ’s ochtends dan ook vrij relaxed de fjord uit.
Buiten bleek echter een dikke zuid westen wind te staan. We hadden alleen een half opgerold fokje en 1 motor en daarmee kwamen we wel aardig tegen de wind in, maar een gereefd grootzeil erbij leek ons toch wel beter. Nu hadden we de hoes nog om het grootzeil, dat was dus dom, het was een heel gedoe voordat het gehesen was in de vrij grote golven. Ook het reven ging niet goed, de reeflijn liep vast achterin de giek.
We waren dan ook blij dat we na 4 mijl kruisen weer achter eilanden kwamen te varen, een stuk beschutter.
We kwamen bij een prachtig baaitje, maar het ankeren is best lastig in water van 20 meter diep tot vlak bij de kant. We hadden aan 1 kant wel een stevige pen in een rots, maar ons anker hebben we wel 3 keer laten vallen, steeds verder van de kant, tot we tevreden waren.
Ronald bekeek toen eens waarom het reven zo slecht ging, de schijven achterin de giek bleken kapot te zijn, dus die zijn er nu maar uit gehaald.
Daarna de wal op. Meteen een gezellig gesprek met iemand die buizen legt onder water, ons anker hapt hopelijk niet in een van de net gelegde rioleringsbuizen.
Het valt ons op dat de Noren veel spraakzamer zijn dan 30 jaar geleden, ze spreken nu ook veel beter Engels. Overal komen we heel aardige mensen tegen.
Deze man wees ons een prachtig wandelpad. Waarschijnlijk een heel oude weg, de enige weg op dit eiland.
We liepen niet helemaal tot het eind. Bij een grote rots met uitzicht op zee vonden we het wel genoeg.
23 juni, een maand onderweg
Het lijkt alsof we al veel langer weg zijn. Als we af en toe eens de wereld omroep met Nederlands nieuws horen, lijkt dat een andere wereld.
De weersverwachting in nog steeds niet goed, zuidwest 6, maar als we om 6 uur wakker worden ziet het er rustig uit en direct na het ontbijt vertrekken we. We moeten wel moteren, want het is stik in de wind, maar het gaat heel rustig.
In de buurt van Arendal wordt het steeds drukker met huizen, ook zien we een werf met een gigantisch boorschip en ook een olieopslag voor op zee.
Wonder boven wonder vinden we vlakbij de stad toch nog een leuk anker plekje bij een eilandje vol meeuwen en ook zaagbekken met jongen. Het ankeren gaat in 1 keer goed, het is mooi ondiep.
We zijn er al aan het eind van de ochtend zodat we de rest van de dag rustig aan kunnen doen.
Het begint ’s middags weer te waaien, dus het is wel lekker om aan boord te blijven.
Ronald haalt wat slaap in.