donderdag 23 juni 2011

Risor naar Arendal

21 juni, de eerste vis
We varen vanaf Risør even op de motor naar de buitenkant van de eilandjes.
Je moet vlak bij de rotsen blijven, anders is het veel te diep.
Op ongeveer 32 meter diepte had Ronald al snel een kabeljauwtje aan de haak, eindelijk een eigen gevangen avondmaal.
Daarna varen we een stukje de Sandnes fjord in.
Echt ankeren gaat niet in een fjord, de bodem loopt te steil naar onpeilbare diepte.
We vonden een plekje waar het anker op 10 meter diepte ligt en maakten daarna een lijn naar de wal, zodat het anker niet meteen weer los gaat.
We maakten ’s middags en ’s avonds een wandeling.

22 juni, harde wind
Het leek heel rustig in de fjord en we voeren ’s ochtends dan ook vrij relaxed de fjord uit.
Buiten bleek echter een dikke zuid westen wind te staan. We hadden alleen een half opgerold fokje en 1 motor en daarmee kwamen we wel aardig tegen de wind in, maar een gereefd grootzeil erbij leek ons toch wel beter. Nu hadden we de hoes nog om het grootzeil, dat was dus dom, het was een heel gedoe voordat het gehesen was in de vrij grote golven. Ook het reven ging niet goed, de reeflijn liep vast achterin de giek.
We waren dan ook blij dat we na 4 mijl kruisen weer achter eilanden kwamen te varen, een stuk beschutter.
We kwamen bij een prachtig baaitje, maar het ankeren is best lastig in water van 20 meter diep tot vlak bij de kant. We hadden aan 1 kant wel een stevige pen in een rots, maar ons anker hebben we wel 3 keer laten vallen, steeds verder van de kant, tot we tevreden waren.
Ronald bekeek toen eens waarom het reven zo slecht ging, de schijven achterin de giek bleken kapot te zijn, dus die zijn er nu maar uit gehaald.
Daarna de wal op. Meteen een gezellig gesprek met iemand die buizen legt onder water, ons anker hapt hopelijk niet in een van de net gelegde rioleringsbuizen.
Het valt ons op dat de Noren veel spraakzamer zijn dan 30 jaar geleden, ze spreken nu ook veel beter Engels. Overal komen we heel aardige mensen tegen.
Deze man wees ons een prachtig wandelpad. Waarschijnlijk een heel oude weg, de enige weg op dit eiland.
We liepen niet helemaal tot het eind. Bij een grote rots met uitzicht op zee vonden we het wel genoeg.
In de rots zagen we heel diepe krassen, nog van gletschers uit de ijstijden.

23 juni, een maand onderweg
Het lijkt alsof we al veel langer weg zijn. Als we af en toe eens de wereld omroep met Nederlands nieuws horen, lijkt dat een andere wereld.
De weersverwachting in nog steeds niet goed, zuidwest 6, maar als we om 6 uur wakker worden ziet het er rustig uit en direct na het ontbijt vertrekken we. We moeten wel moteren, want het is stik in de wind, maar het gaat heel rustig.
Ook de stukken die bijna buiten op zee zijn, zijn vandaag rustig.
In de buurt van Arendal wordt het steeds drukker met huizen, ook zien we een werf met een gigantisch boorschip en ook een olieopslag voor op zee.
Wonder boven wonder vinden we vlakbij de stad toch nog een leuk anker plekje bij een eilandje vol meeuwen en ook zaagbekken met jongen. Het ankeren gaat in 1 keer goed, het is mooi ondiep.
We zijn er al aan het eind van de ochtend zodat we de rest van de dag rustig aan kunnen doen.
Het begint ’s middags weer te waaien, dus het is wel lekker om aan boord te blijven.
Ronald haalt wat slaap in.
Ik maak een dagboek quiltje. Geïnspireerd door de prachtige rosten hier en de geniepige rotsen die net onder water zitten met of zonder staak er op.

dinsdag 21 juni 2011

midzomer

Het is een ander leven hier. Gisteravond waren we zo moe na de doorwaakte nacht, dat we na het avondeten alle twee in slaap vielen. We werden pas om 21 uur wakker. Maar het was nog licht genoeg voor een avond wandeling.
We bekeken de oude stad , meteen de eerste klim training. Mooie houten huizen overal.
Vanochtend nog wat hoger geklommen. Er is een rots helemaal wit geschilderd, al vanaf 1600. Dat is een aanvaar baken. Vanaf de rots heb je een prachtig uitzicht over de hele haven.
Straks gaan we een klein stukje verder varen en hopelijk ook eens vis vangen. Voorlopig geen internet denk ik.

maandag 20 juni 2011

Frederikshavn naar Risor

18 juni
De marina van Frederikshavn bleef niet zo rustig als we verwachten. ’s Avonds woei er opeens een harde  zuidoosten wind en de golven sloegen over de haven  muur.
De golven rolden ook met een bocht de haven in zodat we lekker lagen te hobbelen.

19 juni, Tortuga 1 jaar!
Gelukkig stond er ’s ochtend een mooi rustige wind uit het zuidwesten, en hadden we een goede weersvoorspelling om het Skagerak over te steken.
We vertrokken om een uur of 8 en zeilden eerst langs de Deense kust tot Skagen.
Op de plotter zagen we gigantisch veel tankers daar. Die bleken allemaal voor anker te liggen daar.
De wind was niet helemaal als voorspeld, hij viel helemaal weg en we moterden om de scheepvaart route om de noordpunt van Denemarken te passeren.
Daarna werd de wind al snel zuidoost en het lichtweerzeil moest erop om de gewenste koers naar het noordwesten, de kortste oversteek, te kunnen zeilen.
We deelden niet echt wachten in. Na het avondeten deed Ronald een poging tot slapen, maar met de nogal onregelmatige golven die er stonden, was er een hoop lawaai aan boord, dus slapen lukte niet .
Ook mij lukte het niet, al was de zon wel onder, het werd nauwelijks donker. De wind werd noordwest, dus nog tegen ook.

20 juni, we komen in Noorwegen
Om 4 uur ging de zon gelukkig al weer op. Ook was Noorwegen in zicht. Er stonden nu zo weinig golven dat de stuurautomaat goed aan de wind kon sturen, dat maakte de wachten een stuk makkelijker. Ook werd het stiller aan boord zodat het slapen wat beter ging. Het duurde nog tot 12 uur voor we er waren, waarbij we het laatste uur moterden, de stroom verzette ons sneller naar het zuidwesten dan we konden zeilen.
Het werd  warm en zonnig, en bij het binnenvaren van Risör, was een T shirtje warm genoeg.
Noorwegen is heel anders dan Denemarken. Hoge rotsen  en heel beschut water.

Het heet hier de Riviera van Noorwegen en met het zonnetje dat e hebben is het echt zo. Het water is hier ook nog helderder dan in Denemarken en er zwemmen heel veel visjes.