vrijdag 18 augustus 2017

een vreselijke ontvangst in Bridlington

Vrijdag 18 augustus
De weersvoorspellingen zijn het niet met elkaar eens, maar we willen het liefst goed weer horen, dus dat geloven we. Wind west 20 knopen.
We vertrekken om 8 uur van Hartlepool, de sluis is nu makkelijk.
Eenmaal buiten is het prachtig zeilweer, halve wind onder hoge wal. We zetten wel een rif voor de zekerheid.
Spoedig vliegen we vooruit met 12 knopen, het schiet goed op.
Het is wel vlagerig weer, we sturen met de hand om dat op te vangen.
Om 11 uur zijn we al dwars van Whitby, 20 mijl verder.
Er komen steeds meer echte buien, nu zelfs wel met 30 knopen wind. We zetten een tweede rif en alles gaat goed.
Om 14 uur zijn we bij Flamboroughhead.
Nu wordt het moeilijk, de laatste 5 mijl naar Bridlington, zijn recht tegen wind.
Maar we maken goede slagen ondanks de tegenstroom.
Alleen blijkt als we wat extra steun van een motor willen hebben, dat die niet wil starten. Achteraf was die al vanzelf afgeslagen toen we vertrokken waren.
Dat is lastig manoeuvreren. Dus als we na 2 uur kruisen bij Bridlington zijn, gaan we ten anker.
Ronald kan niet vinden wat er aan de hand is, maar we denken dat binnenvaren op 1 motor ook wel zal lukken.
Voor de zekerheid probeer ik de havenmeester op te roepen, maar die antwoordt niet.
Dan maar op goed geluk naar binnen.
Als we eenmaal binnen zijn, staat daar een heel boze havenmeester te schreeuwen: het is vol, we moeten eruit.
We proberen te vertellen dat we niet kunnen manoeuvreren, maar dat heeft geen effect.
We maken toch maar vast aan een vissersboot en ik klim naar de wal over 6 boten. Dat praat toch wat makkelijker.
Maar het helpt nog niet. Ronald klimt ook nog de wal op en ik kijk wat rond naar plekjes, plek zat. Hij heeft Vlieland nog nooit gezien blijkbaar. Maar als we 20 pond betalen mogen we toch een nachtje blijven, bij de hijskraan.
Als ik in het havenkantoor ben komt er nog een Nederlands jacht binnenvaren, een Feeling, met 2 kleine kinderen aan boord. Weer hetzelfde geschreeuw. Deze mensen laten zich wel intimideren en gaan weer naar buiten en uiteindelijk terug naar een andere haven. Toch minstens 15 mijl. Hopelijk kunnen ze daar wel terecht, want het water zakt al.
Als ik 20 pond betaald heb, is de havenmeester toch wat vriendelijker. Als het ons lukt morgen naar een ondiep plekje te wurmen, mogen we voor dat geld zelfs 3 nachten blijven.

Maar eerst moet het motor probleem worden opgelost. Bougies vonken wel. Morgen de carburateur maar proberen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten